Geest-drift

Oud…

 

Psalm 71 vers 18: “Ja, ook nu de ouderdom en grijsheid gekomen is, verlaat mij niet, o God, totdat ik deze generatie Uw sterke arm verkondigd heb, alle nakomelingen Uw macht.”

Laatst hoorde ik een oudere over al de nieuwe liederen die we over ons heen krijgen: “Ik voel me steeds minder thuis in mijn eigen kerk.” Daar schrok ik nogal van. Daarom nóg een column voor onze kinderen en kleinkinderen. Of nee, eigenlijk voor de ouderen, mezelf incluis.
In mijn schooljaren woonde ik twaalf jaar op een steenworp afstand van wat toen nog een ambachtsschool heette. Na de grote vakantie riepen we steevast: “Die knulletjes van de eerste klas worden elk jaar kleiner!” We hadden het mis, er was iets anders aan de hand: wij werden steeds gróter! Zo is het ook met de kinderen die de nevendienst verlaten: zíj zijn elk jaar even oud als altijd. Wíj zijn intussen weer een jaar ouder geworden! Ik denk ook even aan de kerkenraad: komen daar steeds jongere gastjes in te zitten die ‘de dienst’ uitmaken? Nee, wíj worden steeds ouder, en het is goed dat de oude garde in de kerkenraad regelmatig ververst wordt!
Ik betrap mezelf er weleens op als we een onbekend lied zingen: moet dat nou? We hebben toch zat liederen die wel wél kennen? Waarom dan dit gestuntel en gestamel? We zingen inderdaad soms nieuwe opwekkingsliederen die moeilijk te zingen zijn en zowel taalkundig als muzikaal rammelen, dat kan weleens beter, maar er zijn ook heel mooie bij!
Kijk, ik persoonlijk zing net zo lief ’t hijgend hert, die zing ik uit mijn hoofd, maar we moeten één ding niet vergeten: Nederlands is een levende taal, die steeds verandert. Als we nu uit de Statenvertaling van 1637 lezen, dan hebben wij ouderen daar ook moeite mee!
Ik noem een paar voorbeelden uit de Psalmberijming van 1968: “Evenals een moede hinde naar het klare water smacht…” De jongelui weten echt niet waar dit over gaat! Weet jij trouwens wat “Gebenedijd zijn grote naam” betekent? Dit noemden we ooit ‘de nieuwe berijming’!

Ik hoorde die oudere zeggen: “De jongelui zijn tegenwoordig zó slim, zij begrijpen het best.” Nou, dat kon weleens tegenvallen! Ik citeer even een willekeurige krant: “Er is een nóg grotere daling in de leesvaardigheid en in de rekenvaardigheid bij 15-jarigen in Nederland. Het niveau van begrijpend lezen zit zelfs onder de Europese norm. Dit betekent dat deze leerlingen onvoldoende kunnen functioneren op school en later op de arbeidsmarkt en in de samenleving.”
Moeten wij zeggen: ”Als je het niet begrijpt: eigen schuld dikke bult.” Of moeten we onze nazaten op meer bij de tijdse wijze enthousiast maken voor Gods Woord en Gods liefde?

We moeten onze kinderen leren en wij moeten ook van hén leren! Hoe helpen wij ouderen de jongelui en hoe helpen wij elkaar? Door te mopperen over al die nieuwigheden?

Al dat moderne gedoe mág… mits het op de Bijbel geënt is! Ik hoorde ooit dominee Hans Esbach zeggen: “Niet de vorm is heilig, maar het Woord is heilig!”
Wijkt een nieuwe vertaling of berijming niet steeds verder af van de originele geschriften? Nee, mits vertaald uit de grondtekst: de Hebreeuwse en de Griekse tekst van de Bijbel.
We moeten vertrouwen hebben in de Heilige Geest en bidden of Zijn Heilige Schrift en liturgie liederen heilig mogen blíjven en de leidraad mogen zijn om ons te inspireren.
Ik hoop en bid dat ik geen oude chagrijn word die afkeurend mompelt: “Niks, al die nieuwigheden… vroeger was het veel beter.”
Ik klamp me vast aan Psalm 92 vers 15 en 16: “In de ouderdom zullen zij nog vruchten dragen, zij zullen fris en groen zijn, om te verkondigen dat de HEERE waarachtig is…”
Goede God, mag ik dat ook?