Geest-drift

Als een kind…

Markus 10 vers 13-16: “En ze brachten kinderen bij Hem, opdat Hij hen zou aanraken, maar de discipelen bestraften degenen die hen bij Hem brachten. Maar toen Jezus dat zag, nam Hij het hun zeer kwalijk en zei tegen hen: Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zodanigen is het Koninkrijk van God. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het beslist niet binnengaan.”

We hadden eens tijdens een jeugddienst een tienerkoor op bezoek: ruim een dozijn pubers stond te zingen en te swingen dat het een aard had! De wat behoudender kerkgangers, vooral ouderen, denken dan: moet dat nou? Of zeggen ronduit: “Dat hoort niet in de eredienst!” Daar kun je over twisten. Wij hebben ooit meegemaakt dat onze puberzoon iets soortgelijks met leeftijdsgenoten deed. Wij hebben toen God gedankt omdat ons kind daar stónd, ons kind dat wílde, ons kind dat dúrfde!
Het is voor ons volwassenen vandaag de dag al moeilijk om in de omgeving voor ons geloof uit te komen, laat staan voor onze jongeren! Zij zijn nog onzeker, moeten nog ontdekken wat en wie ze zijn en waar ze voor staan. Ze willen er op school bij horen en intussen staan ze voor in de kerk te zingen van Gods liefde! Mijn God, wat bent U goed voor ons: wij voeden onze kinderen op met vallen en opstaan en tóch laat U zulke mooie dingen gebeuren!
Ik zat vanaf mijn vierde of zo anderhalf uur in de kerk. Ik heb dat nooit als vervelend of saai ervaren, maar de wereld is zo veranderd, en de kinderen ook! Als ik eens kinderen op tv ergens over hoor praten, dan denk ik: wat zijn ze wijs en hoe mondig zijn ze al op jonge leeftijd! De opvoeding van ónze kinderen ligt nog niet zó ver achter ons, zij waren ook al mondiger. Ze uitten zaken tegen ons waar ik zelf op die leeftijd niet over dúrfde praten of die nog niet eens in me opkwamen. Nóg een generatie eerder werd er door volwassenen nauwelijks over het geloof gesproken, dat was min of meer taboe! Wat een verschil!
Ik kon bij deze overpeinzingen natuurlijk niet om de volgende Bijbeltekst heen, lees maar eens na: Deuteronomium 6 vers 4-7: “ …u moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken…” 

We moeten het evangelie dus aan onze kinderen doorvertellen en voorleven, zeg maar: je staat ermee op en je gaat ermee naar bed… dus altijd! We kunnen, wat zeg ik? We mógen ze niet afschepen met een preek die eigenlijk alleen voor volwassenen bedoeld is! We móeten de kinderen erbij betrekken! Een idee: laat bijvoorbeeld de wat oudere kinderen de schriftlezingen doen, dan voelen ze zich er meer bij betrokken.
Er schiet me ineens een prachtige gebeurtenis te binnen: ik bracht onze vierjarige dochter naar bed. Mama was naar het ziekenhuis, want het ging niet goed met opa. Annemarie vroeg: “Zullen we voor opa bidden?” Ik zei: “Ja, bid jij maar eens voor opa.” We vouwden onze handen, haar knuistjes in de mijne, sloten onze ogen en ik wachtte vol spanning af. Na een tijdje stilte zei ze bedremmeld: “Ik weet niet zo goed hoe dat moet.” Ik heb voor opa gebeden en intussen stiekem gedankt voor het meest kostbare geschenk dat ik letterlijk in handen had, waarmee ik zó’n gelukzalig moment mocht beleven! Jonge ouders: geniet in dankbaarheid en met volle teugen van je kinderen, want voor je het weet gaan ze de deur uit! Benút de tijd die je met elkaar krijgt, práát met elkaar, óók over het geloof!

We moeten onze kinderen leren en wij moeten ook van hén leren: ‘de zekerheid des geloofs’:
geloven als een kind: puur, eerlijk en recht voor z’n raap.
En opa? Die was zó ziek, hij was blij dat hij naar de hemel mocht…
Simpel, toch?
Geloven als een kind…