Verbidden…
Ezra 8 vers 23: “Wij vastten en verzochten onze God hierom, en Hij liet Zich door ons verbidden.”
‘Verbidden: door bidden of smeken overhalen, vermurwen’, zo zegt mijn onvolprezen ‘Groot Woordenboek van de Nederlandse taal’. Daar zit ik dan met mijn ‘Uw wil geschiede’ van vorige week! Het woord ‘verbidden’ staat acht keer in de Bijbel. Bidden doen we alleen tot God, dus ook alleen God laat zich vérbidden.
We kennen dit fenomeen uit het verhaal van Jona, naast David en Simson in de top drie van onze (klein)kinderen, lees maar mee in Jona 3 vers 10: “Toen zag God wat zij deden, dat zij zich bekeerden van hun slechte weg. En God kreeg berouw over het kwade dat Hij gezegd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.” Dit is met menselijk verstand niet uit te leggen: had God Zich vergist? God weet toch alles? Kijk, dát gaat boven onze pet en dáár moeten we afblijven. Vroeger zeiden ze: “Je mag wel alles eten, maar niet alles weten.”
Maar dat ‘verbidden’, hoe werkt dat dan? Maandagavond was er in onze kerk een bidstond voor regen in Zambia. Wij kunnen ons dat niet voorstellen, maar daar hebben ze hard regen nodig! Een aantal Zambianen, zeg maar een zustergemeente, bad tegelijkertijd mee. Ik vind het prachtig: zoveel saamhorigheid en zorg voor elkaar, maar ik voel me er wat ongemakkelijk bij. Luistert God beter naar een groep mensen dan naar mij alleen? Is er door die gezamenlijke gebeden meer kans op regen in Zambia?
In Mattheüs 6 vers 6 en 7 lees ik: “Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, (…) Als u bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun woorden verhoord zullen worden.”
Even een zijstapje: toen ik met een ernstig rugprobleem thuis zat, bood een buurvrouw aan om met me te bidden. Ze geloofde dat ze kracht had als gebedsgenezeres. Kijk, zulke gaven bestáán, lees bijvoorbeeld 1 Korinthe 12 vers 9, maar ik vond het toch een beetje eng. Ik heb gezegd: “Ik vind het prima als je voor me bidt, maar dan gewoon bij jezelf thuis., ‘in je binnenkamer’, zonder hocuspocus.” Ze was wel wat aangebrand omdat ik het aanbod afsloeg.
Volgens mij schuilt het gevaar híerin: dat we gaan denken dat we God met handige trucjes kunnen manipuleren, en zó werkt het niet!
Er schiet me een voorval te binnen van krap 50 jaar geleden: ik had voor een repetitie niet genoeg geleerd en ik maakte me daar zorgen om. Ik bad: “Als ik het kon, zou ik U dwingen, maar dat gaat niet, want U bent almachtig.” Ik haalde een voldoende en dacht: yes, dát helpt! Ik kwam er al gauw achter dat mijn list níet werkte…
We mogen, nee, we móeten blijven hopen en bidden, lees maar na in Romeinen 12 vers 11 en 12: “Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed.”
Toch zal ik altijd mijn gebed besluiten met dat zinnetje in het gebed dat Jezus ons leerde:
“Uw wil geschiede.”
En dat ‘verbidden’?
Dat moeten we niet probéren, maar áfwachten:
als Gód het wil, gebeurt het.
Wél volharden,
wél geloven en hopen,
maar óók bij God laten,
want Zíjn wil geschiedt!