Geest-drift

Watervrees…

 

Ezechiël 74 vers 5: “Nog eens mat Hij duizend el: het was een beek waar ik niet door kon gaan, want het water was heel hoog – water waar men alleen zwemmend door kon…”
Ik was een jaar of acht, voor de jongelui: dat zal 1962 geweest zijn. Het was zomer. Er was weinig werk op de schippersbeurs in Terneuzen en we lagen drie weken stil. Dat was niet erg, de schippers hadden genoeg financiële buffer en de vrijgekomen tijd werd benut voor onderhoud aan de schepen. Het was vooral gezellig: veel schippersjeugd en vakantielogees, veel spelletjes, zoals stabal of verstoppertje op een rangeerterrein, waar blijkbaar ook niets gebeurde, met echte vrachtwagons met grote roldeuren, zoals je ze Westerbork ziet. En elke middag met een stel jongelui zwemmen en in het water ravotten, dat was fantastisch!
Behalve het laatste, dat was niet voor mij: ik had watervrees! Ik wilde wel aan de waterpret meedoen, maar durfde niet! Ik ben eens een trapje in de kade afgedaald, maar zodra het water mijn middenrif naderde stokte mijn adem en kon ik echt niet verder!
Het zal niet aan ‘onze’ wijkpredikant gelegen hebben, maar ik was vanochtend niet met mijn hoofd bij de preek. Hoe komt dat toch? Geen concentratie, gespitst op die paar zaken die níet goed gaan, snel afgeleid door een rumoerig kind, een vervelende hoest van iemand, onnodig geritsel en gekraak met snoeppapiertjes en dat alles loopt uit op ergernis: de grootste vijand van de Heilige Geest. Voor mij geen Pinksteren dus!
De middagdienst ging over de tekst hierboven: de brede stroom water die het dorre land overspoelde. Ezechiël moest erin om te beseffen hoe groots dit was: hij moest zwemmen want hij kon er niet meer staan: zó overweldigend is Pinksteren!
En daar kwam ik met mijn watervrees…
Toch werd ik even geraakt, we zongen Psalm 51 vers 5, maar ik werd er niet blij van, mijn gebed kwam naar mijn gevoel niet verder dan het schrootjesplafond van de kerk:
“Schep in mij, God, een hart dat leeft in 't licht,
geef mij een vaste geest, die diep van binnen
zonder onzekerheid U blijft beminnen,
verwerp mij niet van voor uw aangezicht.
Ontneem mij niet uw heilige Geest, o God,
laat in uw heil mijn hart zich nu verblijden...”
Voor mij even niet, maar er viel mij iets op: ik weet niet eens of de dominee dat zei: Petrus, die Jezus driemaal verloochende in die beruchte nacht, was op Pinksteren de held van de dag en wordt nu de stichter van Gods wereldwijde kerk genoemd! Er is dus voor mij ook nog hoop!
Wacht, ik zal eens wat Bijbelteksten opzoeken met ‘hoop’.
Romeinen 15 vers 13: De God nu van de hoop moge u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat u overvloedig bent in de hoop, door de kracht van de Heilige Geest.”
Het zal wel, maar vandaag voor mij dus niet.
Trouwens, over dat zwemmen: toen ik op mijn tiende zwemles kreeg was mijn angst ineens over: ik voelde dat ik in het zwembad kon staan! Ik had vaste grond onder mijn voeten!
Er schieten me een paar regels van een Gezang te binnen:
“Ik heb de vaste grond gevonden, waarin mijn anker eeuwig hecht.”
Hebreeën 11 vers 1: “Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.”
Ik hoop het maar…
mijn zwakke plek blíjft mijn zwakke plek…