Vakantie 4: Onkruid…
Genesis 1 vers 31: “En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. ”
In Frankrijk zie je overal klimopachtig spul met prachtige trompetvormige witte bloemen. Ik vind ze prachtig! Als ik Sophie er op wijs trekt ze een vies gezicht en zegt misprijzend: “Dat is onkruid!” Ik vraag me af: wie bepaalt eigenlijk wat onkruid is en wat niet? Is er een Haagse commissie die zich daarover buigt? Ik dacht aan dominee Piet de Jong die ooit over illegale vluchtelingen zei: ”Bij God is niemand illegaal, iedereen is welkom!”
Ik moet wel toegeven dat mijn bloemen alles overwoekeren en misschien wel té goed gedijen door onze CO2-vervuiling, zoals bijvoorbeeld brandnetels, je ziet die bloemetjes in Nederland ook steeds vaker. In de jaren 70 van de vorige eeuw hadden een aantal milieufreaks het al over zure regen. Ze werden toen nog niet serieus genomen en door ‘weldenkende’ mensen geitenharensokkenfiguren genoemd. Inmiddels hebben ‘ze’, en dat zijn niet alleen recalcitrante tuinbroeken en ruige baarden, het over CO2-uitstoot en worden de waarschuwingen wel aangehoord, maar we doen er nog bar weinig mee. Er worden door allerlei hotemetoten prachtige plannen bedacht die het op papier prima doen maar in de praktijk te weinig of uiteindelijk niets opleveren.
Ik las een interessant boek dat handelt over ‘materie’ in de breedste zin des woords: van de kleinste deeltjes in atomen tot de uiteinden van het heelal. Het boek was gedrukt in 1985 en ik las, schrik niet, dat de aarde toen vier miljard bewoners telde. Nu zijn we met bijna 8 miljard collega’s! Als die allemaal in gepoetste blikjes rond gaan rijden en naar breedbeeldtelevisies gaan zitten kijken, en waarom wij wel en zij niet, dan gaan we het echt benauwd krijgen! Wist je: in de immense stad Hongkong blazen de airco’s zoveel warmte naar buiten dat de buitentemperatuur er twee graden door stijgt, waar zijn we mee bezig!
Ik las nog iets in dat boek: we konden toen een paar miljard lichtjaren de ruimte in kijken. Intussen is dat, als ik me niet vergis, 13 miljard lichtjaren. Dat zijn bijna de uiteinden van het heelal: 13,8 lichtjaren. Die uiteinden snellen met de lichtsnelheid van ons af en verder zullen we dus nooit kunnen kijken, want sneller dan het licht kún je niet kijken! God had dit al lang voor de toren van Babel, tijdens de schepping, voorzien en heeft tóen in Zijn oneindige wijsheid al een uiterste grens ingebouwd: tot hier en niet verder!
Weet je, het grootste onkruid van deze wereld, soms van gevaarlijke schoonheid, is de mens! Wíj overwoekeren alle natuur, wíj vernielen al het wondermooie van Gods schepping! In Genesis 2 vers 15 lees ik: “De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden.” Tja, dat was nog voor de zondeval, dat duurde maar even en toen ging het al mis. Góed mis, nog stéeds mis, steeds vérder mis. De klimaatsverandering: we zien het allemaal gebeuren en… we doen vrijwel níets, en verwachten dat ‘ze’ in Den Haag en Brussel het wel oplossen.
In Lucas 21 vers 25 zegt Jezus: “En er zullen tekenen zijn in de zon, de maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van de zee en golven”. ‘Ze’ in Den Haag en in Brussel kunnen het niet alleen:
Wij zullen anders moeten gaan denken en anders moeten gaan doen! In Jacobus 2 vers 14 lees ik: “Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood.”
Dus als wij wél geloven, maar géén werken hebben, dan…
Wij… dood?